Vanuit mijn tenen en ten voeten uit
We hebben het gehaald! Gisteren reden we het zoete Salzburg binnen, door de schone straten, langs de rivier met het kasteel, de kerken en de honderden toeristen die achter Mozart aan jagen. Salzburg smaakt zoet en bitter. Niemand jaagt achter Georg Trakl (1887-1914) aan, de zwaarmoedige en tragische dichter uit Salzburg, die zelf de ‘Spiessburger’ het liefst de schrik aanjoeg. Zijn donkere gedichten, met zinnen als: ‘op gruwelijke riffen, slaat te pletter het purperen lichaam en de donkere stem klaagt boven de zee’. De afgestudeerde apotheker Trakl die zichzelf uiteindelijk letterlijk vergiftigde. Helaas voor de Trakl-liefhebber wordt dit een meer opgewekt blog. Hem lezen vraagt een andere stemming. Ik moet even een bruggetje maken naar een ander leven. Al roepen zijn ‘gruwelijke riffen’ voor mij ook onmiddellijk de gruwelijke cols op, waar wij met onze getrainde lichamen soms toch op kapot gingen.
Ontslakken
Wij fietsen niet met ‘apothekers’, wat in de wielrennerij een dubieuze aanduiding is voor dopingleveranciers. Wij fietsen schoon. Wij voelen ons na die week van Nice naar Salzburg, na 1020 kilometers, schoon en een ander mens. Het is een vorm van ontslakken, zowel fysiek als mentaal. Maar hoe staat het lijf erbij, na zo’n week? Het wordt een opgewekt blog, beloofde ik, maar niet per se vrolijk. U bent gewaarschuwd.
Schoorl-benen
Het lijf, dus. Laat ik beginnen met de tenen. Ze zijn wat ongevoelig, beetje beurzig, maar kunnen nog jubelen. De kleine teen heeft een beurs plekje, door mijn nieuwe wielerschoenen. Hij ziet er wat ongezond uit. De voeten zelf daarentegen zijn fier, en doen wat ze moeten doen. Ze staan en fietsen liever dan ze lopen. Dat blijft zo bij mij. Op wat korst- en eczeemachtige randverschijnselen na, zijn ze kipfit. De benen daarboven zijn de vrienden van mijn voeten: ze fietsen liever. Er staat een prettige spanning of ‘tonus’ op mijn spieren. Ze voelen onoverwinnelijk en ijzersterk. De spieren zijn kabels van vertrouwen en kracht. Ze zijn een beetje overmoedig nadat ze met vakantie zijn geweest en veel bloed hebben gedronken en suikers verbrand. Af en toe melkzuur, zoals bij een vakantie hoort. Alleen mijn knieën zijn in wisselende stemming. De linker soepeltjes, de rechter eigenwijs, opstandig. Pijntjes, zeurderige steekjes, altijd dreigende instabiliteit. De knie is wél waarom het draait. Een complex gewricht. De eenparige beweging heeft zelfs bij de rechter gewerkt als ontspanningsmassage. De linker doet gewoon mee, lijkt niet veel op te hebben met de rechter. Mijn benen wijken ook een beetje onder de knie. Schoorl-benen, heet dat. Vind je in alle uithoeken van de famiie. Een beetje omgekeerd gamma-profiel, zeg maar. Klopt ook met mijn opleiding.
Knelbulten
Dan komen er smerige streken, waar ik al eerder over schreef (Lausanne-Florence, 2011). De soms optredende verdoving op de intieme delen is na een week niet ingetreden. Gelukkig. Het zitvlak daarentegen is een gevoelig punt, of vlak. De wielerbroeken hebben wisselende contacten met dat vlak. Soms zit het, soms niet. Dan schuurt het, zeurt het en openbaren zich wonderlijke verschijnselen. Ik houd het netjes, maar kent u de ‘knelbulten”? Het zijn haarzakjes die ontsteken, geloof ik. Men voelt verharding, pijnscheuten en de aanwezigheid van plots opstekend achterwerkprotest gedurende de rit. Je denkt steeds aan de bult. Wij smeren het beroemde billenvet (of smakelijker: ‘Chamoiscrème), en ook nog wel volstrekt ridicule producten als ‘repair gel’ (‘een luchtige, intensief werkzame gelcrème’). Gelukkig geen steenpuisten, haarnestcyste, of de beroemde wielerkwelling ‘derde bal’ genaamd. De laatste is een aandoening die ei-formaat kan bereiken en dan operatief verwijderd moet worden. Dat heb ik godzijdank dus niet. En ook geen negenoog, karbonkel of koolzweer! Dit drietal staat niet voor misgeboorten, potige kolenmijnarbeiders of plantenziekten, maar voor heuse bilnaadtijdingen van de vrolijke fietser. Bij mij echter niets van dit soort onbehagen.
Machine
Dan kom ik bij het intestinale. De darmen, die na de beelden van Tom Dumoulin in de Giro-berm ‘de renner als gewoon mens’ laat zien. Bij mij gebeurde dat – 1000x dank – niet, echter wel veel darmgerommel als van een woeste fabriek met vervuilende uitstoot – en kwalijke gevolgen voor de klimaatverandering. Protest dus, maar geen bermtaferelen en nu na een pittig weekje zelfs iets van zalige berusting (en wat daar bij hoort). Lever en milt koesteren zich als toeristen na een mooie actieve reis. De longen, ja de longen sloofden als een blaasbalg in een smederij. Opgerekt tot het uiterste voelen ze nu als mijzelf na inspanning: lekker, vol energie, opgelucht. Het naburige hart vormt met die longen de ware machine. Mijn hart is opgewonden na deze week, heeft overuren gemaakt, en pompt dat het een aard heeft. Mijn hart klopt.
Je zou je grootste orgaan – de huid – bijna vergeten. Dat voelt nu soepel als een gelooide zak (gevuld met botten en bloed). De smeerseltjes, de zonnecrème, ik heb de huid verwend en hij lijkt dikker geworden en gezond als na een week levertraan drinken. Ik draag verder op de huid een wielerkostuum: een bruin hoofd en dito armen en benen, in schril contrast met de witte rest.
Gelukkig
En dan het hoofd. Het is zo tevreden, het is zo verwend. Het is doorgespoeld, ontspannen, gereset. Versterkt uit de strijd gekomen. Ik voel – ondanks of dankzij alle ontberingen van hitte, kou, regen en stof – een goeie kop. Met tussen de oren een nieuwe voorraad herinneringen, die oneindig lijken. Als ik eraan denk voel ik mijn haarwortels jeuken. Het is het verste punt vanaf mijn bovengenoemde kleine teen. Ze jubelen en feesten zo boven mijn hersenpan. Het haar daarin geplant doet even niet mee. Het is er, blijft dun, heeft nog de suggestie van een coupe. Ook na deze week vol plakhaar en slechte shampoo. Van mijn tenen tot mijn haarwortels, het lijf is gelukkig. Ik voel het. En zo was deze fietsen4fietsen-deitie 2017 weer een fantastische, synergetische ervaring. Vol indrukken, geuren, smaken, gedachten en gevoelens die het leven de moeite waard maken. Misschien niet altijd het ware leven, maar toch wel het Goede Leven.
Er schuilt in mij geen Trakl. En in de groep geen kwaad. We hebben allemaal ons lichaam – van tenen tot haarwortels – en het Goede Leven – van hoop tot vrees – weer fietsend herontdekt. ‘Alle Menschen sind der Liebe wert’ is misschien wel de meest positieve zin van die duistere dichter Trakl. Het had zo maar op onze wielertruitjes kunnen staan. Onze kameraadschap, vriendschap voelt zeer prettig verbonden, is het tegendeel van onbehagen (het woord dat meereisde, deze keer). Wij zijn echte vrienden. Die fietsen voor fietsen. Tot we niet meer kunnen…
p.s.: En by the way: in Oeganda kunnen ze nog wel wat liefde (en fietsen!) gebruiken. Zie verder op deze website. Tot een volgend jaar. De voorbereiding is begonnen.