Pierrot van de fjorden
Pierrot van de fjorden Vogelportret #1 (#Noordkaap – Malta)
We kennen hem uit het Hollandse, maar hier in Noorwegen valt hij echt op. De scholekster, want die bedoel ik, is een aandoenlijke, eenzame gast. In tegenstelling tot zijn Amerikaanse neefje is onze Europese variant niet geheel zwart. Het is ook geen ekster en waar dat schol vandaan komt weet niemand. Vanwege kleur en eetgedrag zou hij eigenlijk kokkelkluut moeten heten, is al eens gesuggereerd. En er is meer mis met deze vogel…
Met zijn knaloranje snavel en oranjerose poten, zijn zwart-witte pakje heeft hij iets clownesks, categorie Pierrot. Met ook nog die rode oogrand. Waar hij iets sneus kan hebben op onze Nederlandse broedplaatsen – op een plat dak met kiezels bijvoorbeeld – zie ik hem hier vaak in zijn uppie aan het fjord. Het wordt inmiddels gewoonte. Ik zie een klein kiezelstrandje en ja hoor! daar scharrelt een eenzame scholekster. Soms twee, zelden meer. Net als de Noor: teruggetrokken, beetje schuw, en zijn maaltje vergarend aan de rand van de zee. Al is de Noor minder kleurrijk.
De Haematopus ostralegus heeft ‘oestervangen’ in zijn naam. De opkomst van de Japanse oester is de oorzaak voor een sneu feit: hij krijgt ze bijna niet open. Ondanks de vernuftige snavel. Deze piet eet dan ook vooral mosselen en kokkels en zelfs wormen. De hardgroeiende knaloranje snavel slijt èn groeit hard. En daar ontspringt ook dat geluid. Een hard, te-piet! te-piet!. Onmiskenbaar. Werkelijk briljant is hun opgewonden groepsdans, met de snavels in de grond porrend en snel rondjes lopend. Het is geen paringsdans,maar wat dan? Niemand weet waarom. Er spreekt pure opwinding uit. Bijna Afrikaans. Opwinding die de ‘gewone’ bonte piet bij vogelaars zelden teweeg brengt. Zeker hier, in zijn sneue eenzaamheid in de oneindigheid van de fjorden, is hij mij dierbaar.
Een beetje sneu, een verkeerde naam en je lievelingsmaal kan je niet bij. En het gaat ook nog eens niet goed met de soort. Zie daar: de arme, arme Pierrot van de fjorden.