Over Zwijgfietsen en Juichfietsen
De fiets is een emotie-tool. Niet omdat je ermee kunt praten of – zoals Tom Dumoulin – er uit frustratie mee kunt gooien. Maar als middel tot ‘gewone’ emotie. Ook onze steelrides zijn daarin wonderlijk effectief. Jaap en ik hebben ruim 2700 km kunnen oefenen op emotievol pedaleren op het Scandinavische schiereiland…..
Magisch
Tijdens het afzien op weg naar Olderfjord, waar wind, kou en regen je geest deed verschrompelen tot een soort primitief oerbrein. Of op het plateau bij Leksvik, waar we ‘diep’ moesten gaan en de strijd tegen de elementen een klassieke strijd tegen jezelf werd. Vandaag in het vlakke Deense land was de fiets weer vollop emotie-tool. Op weg van het hoekige havenstadje Thisted naar de roodbakstenen grandeur van Holstebro was de wind spelbreker en maker, die onze emoties letterlijk aanblies. We vertrokken met de nodige reserve uit ons verblijf. De wind was ’s nachts aangewakkerd. Vanuit mijn slaapkamer zag ik vanmorgen bewolking en een strak in de wind staande Deense vlag. Westnoordwest zei de app, en zag het oog ook. Al snel na vertrek uit de smartelijke lelijkheid van Thisted zaten we in het fraai golvende Deense landschap. Met rechts van ons de woestkolkende zee van rijpe, goudgele tarwe, en links het woeste water van de Limfjord, waar de wind door opspattend water een zilveren waas toverde. Ik overdrijf niet, mensen, het was werkelijk magisch.
Beaufort zeven
Was dit de emotie, die ik bedoelde? Nee, want het windgeweld raakte ook ons fietsen. Onze roodzwarte stalen rossen met roodzwarte tassen en wijzelf in lycra gehuld, werden geslagen door een venijnige wind. Dat is: windkracht 5, met windstoten tot 7 beaufort. Dan gebeurt er wel wat. Tussen Jaap en mij ontwikkelt zich dan steevast een zwijgende stilte. Zeker als we op de hoofdweg met druk verkeer, Oddesundvei provinciale weg 11, worden gedwongen. Zonder woorden. Zwijgend kop over kop overnemen. Concentratie, alertheid, vleugje zorg, schrik. Pats! een windvlaag duwt je naar links de weg op. Ik zie Jaap voor me tegensturen, waggelen, manmoedig koers houden. ‘Zo!’, roept hij, met een woord dat wegwaait. Ik kijk naar zijn wielen, naar het asfalt waarop verraderlijke kiezelsteentjes liggen, soms niet te ontwijken. We zwijgen nog steeds. Rijden. Handen aan stuur geketend. Niet wegwaaien. Ik denk onsamenhangende dingen als ‘opletten’, ‘steentje’, ‘rotmarkering’, ‘komt weer een vlaag’ en tast langs Jaap de horizon af naar beschermend groen, huizen, of iets anders. Maar zie vaak leegte. Simpele dingen: wind, leegte, gevaar, inspanning. Mijn versnellingsapparaat ratelt bij iedere helling. Een vlinder fladdert wanhopig door de ruimte, genadeloos meegevoerd. Machteloos. Veertig kilometer lang zwijgfietsen we. Niet zonder te genieten, hoor.
Prehistorisch
Op mijn Galaxy S7 zie ik ’s avonds geen enkele foto. Of toch, er was een wonderijk intermezzo, dat de reis tot reizen maakt. Langs de weg verscheen na 20 km zwoegen plots een atelier dat… koffie schonk. Doen we!, beslissen we snel. Het blijkt een kleine oase. Met een ‘café’. Een zwijgzame Viking krijgt instructie van de artistieke ateliermeesteres om koffie te regelen. Hij ontpopt zich daarna tot gastheer en kleine verteller. We krijgen twee stoelen met bloemige kussentjes in de luwte, met een prachtig uitzicht over de fjord en de velden. Achter een een veld vol kamille zie ik vier heuvels. Grafheuvels? ‘Jawel’, zegt de Viking. Duizenden jaren oud. Neolithisch, ijzer- of bronstijd, denk ik, als niet eens amateur-archeoloog. Maar ook de Vikingen maakten ze in de Middeleeuwen nog, blijkt. Alweer een magische plek op deze landrug, na de ‘Vikingegravplads’ van gisteren. Een beetje romantisch inkleuren van de prehistorische omstandigheden voor bewoners van deze landrug relativeert ons ritje onmiddelijk tot een ritje van niks. Die ook nog een wending krijgt. Letterlijk.
Wending
Want waar de Oddesundsvei de Hovedveien wordt, en waar Noord-Jutland ineens Midden-Jutland wordt, draaien we een dam op, net zoveel graden oostwaarts dat de hachelijke zij- en tegenwind een heuse meewind schuinachter wordt. En niet zo’n beetje. Een zegen! We rechten onze ruggen, zien de zon, zee en zaligheid van het landschap en willen juichen. We roepen naar elkaar, wel 10 keer, ‘heerlijk, he?!’ ‘Wat een wind!’ en ‘prachtig!’ als we de landengte oversuizen met 30, 40, 45 km per uur. En we realiseren ons hoe dit gevoel ons het landschap anders doet zien. De woeste schittering wordt weelderige schoonheid. Onwillekeurig waait Schlauerhoff voorbij: ‘De zee, zee, het enige leven dat strekt van begin tot einde’, enz enz. En Alberti: ‘de zee, altijd de zee’. Enfin. Er is weer tijd om te delen, om foto’s te maken en lekker simpel ‘ah!’en ‘oh!’ te roepen. Even later tijdens de ingelaste lunch te Struer waait de sla en paprika van mijn bord. In een mum van tijd rijden we daarna Holstebro binnen. We zijn uitgefietst en uitgewaaid. Onze emotie-tools gaan weer op slot. In onze Airbnb zoek ik snel op de Windy-app de dag van morgen op. Wind uit oostnoordoost. We rijden zuid. Ik krijg een heel apart gevoel van binnen (voor de kenners: ‘als jij me aankijkt lieve schat’).
Labels:Archeologie, Denemarken, Fietsen, Jutland, Reizen