Het circulaire kaarsje
(links: het ‘remontabele’ hoofdkantoor van Triodos in Driebergen, Rau Architecten)
Eind november is op de Young Architects Conference in Barcelona ‘circulair’ geen vreemd woord. In de klassieke setting van het COAC-gebouw zwiert Kjetil Thorsen van Snöhetta over het podium om uit te leggen wat het is. En dat we vaart moeten en kunnen maken. Zij doen dat als bureau wereldwijd. Een jonge architect uit Portugal is echter niet onder de indruk. Hij ontwerpt voor ‘mensen die maar vijf keer het woord architectuur in hun leven gebruiken’. Heeft niks op met ‘de goden’ in architectuur, die uitzonderingen bouwen. Circulariteit is ver weg van gewone mensen.
Begin december is het in Amsterdam één en al circulariteit op de zogenaamde ‘Wastebuild conferentie’. Naast de glamour&glitter van het aanpalende World Architecture Festival (WAF) is deze hal een armoedige vertoning. Een kleine hal, met een beetje rommelig opgestelde circulaire projecten en een handjevol mensen. Bij het podium is het drukker. Ook hier een inspirerende Scandinavische boodschapper, nu van 3XN, die hun circulaire werkwijze – ‘we turn best practice into better practice’ – propageert en de noodzaak van circulaire business cases bepleit. Om daarna Amsterdam als hotspot voor circulaire ontwikkeling neer te zetten: ‘a global leader in the circular economy’ (!). Inspirerend was het verhaal zeker. We weten dat de circulaire economie nog niet bestaat en dat er iets fundamenteels moet veranderen, om de kringlopen te sluiten. De Wastebuild-conferentie toont ongewild aan dat er nog een lange, zeer lange weg is te gaan. De aanwezige bankier spreekt van een kleine cirkel van mensen.
Als ik later het verbouwereerde internationale gezelschap welkom heet in het ‘door overexploitatie vernietigde energielandschap van Holland’ – als tegenvoeter van de romantische versie – voel ik het ongeduld en onbehagen in het publiek. Wat kunnen architecten, bouwers en ingenieurs nu écht bijdragen? Na alle fraaie verhalen over technologie, economie en design leg ik in mijn statement de nadruk op de menselijke factor. Natuurlijk gaan wij met ons BNA manifest voor circulair! Ook in de wereld van architectuur, zijn mensen en instituties, is een grote verandering nodig.
In twee weken tijd tussen Barcelona en Amsterdam-RAI wordt mij weer duidelijk dat de afstand tot mensen die het woord ‘circulair’ nog nooit hebben uitgesproken, laat staan er een idee over hebben, nog gigantisch is. ‘Our circular bubble’, noemt iemand het. Op mijn fietstocht vorig jaar van Nordkapp naar Malta in 2018 is mij pijnlijk duidelijk geworden dat onze samenleving simpelweg nog de sociale cohesie en het leiderschap ontbeert om deze zogenoemde transitie snel te kunnen doormaken. Informele Leiders als Greta Thunberg zijn niet genoeg en deels zelfs contraproductief, waar geen verbinding wordt gezocht.
Het laatste wat we moeten doen is bij de pakken neerzitten. We blijven inspireren, verbinden en experimenteren. Bij de BNA geven we een zetje met voorbeelden van circulaire experimenten en projecten op onze website. 13 januari starten we het cruciale decennium met frisse moed op Architecture Now in het bekende Pakhuis: laten zien wat wél kan.
Thuis lees ik Grote Verwachtingen van Geert Mak over het dolende Europa van na de millenniumwisseling. Een ongemakkelijke ‘read’. ‘We lopen met een kaarsje rond, tastend en struikelend, in een totaal vreemd huis’, citeert Mak. Gelukkig brandt het kaarsje nog. Er is hoop. Laten we circulair gaan!
Labels:Architectuur, Circulair, Duurzaamheid