ENDOSCOPIA ADRIATICA (#Nordkapp-Malta)
ENDOSCOPIA ADRIATICA
Het terrasje in Marina de San Vito is een heerlijk theater. We worden blij van de scenes, de mensen en de enorme levendigheid. Dat geeft troost na twee dagen fietsen langs de Adriatische kust. Vanaf Rimini naar Pescara rijgt een dunne strook lelijkheid, smerigheid en troep zich in een fatale omhelzing met toerisme, als een rioolprop aan elkaar. Verrotting waarin je als fietser soms bijna verzuipt. Koffie dus maar. “De infrastructuur in dit land is totaal verouderd, het hangt met touwtjes aan elkaar’, concluderen wij in onze plastic stoeltjes. Op dat moment weten we niet dat ongeveer tegelijkertijd de brug in Genua instort, met verschrikkelijke gevolgen.
Ecologie
De Adriatische kust is een labyrint voor fietsers. Waar je in Noorwegen, Duitsland en zelfs in Noord-Italië nog verrast wordt door fietswegen, is het hier ieder voor zich en God voor ons allen. Wie probeert langs de zee de ‘lungomare’ te volgen loopt steeds dood op riviermonden – met steevast foeilelijke buizenstelsels over de monding – op fabrieksterreinen, snelwegen, rangeerterreinen, ontoegankelijke strookjes natuur of gewoon op een niet (meer) bestaande weg. Je rijgt daarom maar de doorgaande ‘stradas’ aan elkaar, statales of provinciales, in de hoop dat er een strookje asfalt is waar je niet wordt aangereden door voorbijrazend verkeer. De herrie, de zuidwaarts aanzwellende hoeveelheden huisvuil, het glas op het wegdek, de stinkende kadavers van (huis)dieren en het fraai gescheurde asfalt horen bij de ecologie van deze verkeersjungle.
Cosa stai facendo?
Bij die verkeersjungle hoort dito gedrag. Veel Italianen kunnen niet autorijden. Soit. Veel gevaarlijker zijn de archetypische machos: jong èn oud. In ieder stadje of dorpje kan je ieder moment òf gesneden, òf van rechts ‘weggeduwd’ worden door een auto, die toch echt meent dat ‘la machina’ voor een fiets op een voorrangsweg gaat. ‘Cosa stai facendo?! Handgebaren. Raampje open. ‘Cazzo!’ Stronzo!’. En la vita continua. Van Noorwegen naar Italia neemt de ruimte en het respect voor de fietser navenant af. Zeker in dit soort smerige streken. Je fietst dus alert en soms gestresst verder in iets wat voelt als een goor, gevaarlijk darmstelsel (waarvan de darmflora totaal van slag is). ‘Het lijkt hier wel de endeldarm van Italië’, ontsnapt aan mijn lippen. Ik kom daar op terug.
Roetlaagje
Gisteren en vandaag hadden we ruim meer dan honderd kilometer op het programma staan. In onze naïviteit konden we hier, na Bologna, kilometers maken om naar het puntje van de laars door te stoten, dwars door het mooie Italiaanse binnenland. Door de combinatie van helse hitte, – dagelijks boven de 35 – en vooral de stank van auto’s en steden, werd ik ook vandaag zelf soms bijna onpasselijk. Al helemaal toen we bij Civitanova Marche achter een vrachtwagen kwamen te rijden, die dwars door de stad een inhoud vervoerde die òf rottend slachtafval betrof, dan wel verrotte etenswaar, of gewoon slachtoffers van de maffia. Hoe dan ook, achter het lawaaiige bakbeest was een zure verrotting in de lucht, waardoor bij wijze van spreken álles acuut verrotte. Wijzelf incluis. Op mijn huid had zich al een minuscuul roetlaagje vastgehecht op de 50+ Ambre Solaire ‘advanced sensitive’. Van al dat verkeer. Als je dan bijna gestikt bent in deze trage, mobiele vuilnisbelt, die zich als een giftige slang langs de kust beweegt, ben je blij als er af en toe ‘een stukje groen’ is. Dan is een stukje klimmen over een groen heuveltje naast een dieselende vrachtwagen werkelijk een frisse neus halen.
Stalingrad
Al overlevend in deze jungle bekruipt je, vermoeid als je bent, de gedachte dat grote delen van deze kust beter kunnen worden weggebuldozerd. Gewoon afbreken en opnieuw beginnen en dan met kwaliteit en duurzaam. Daar moeten deze mensen toch ook gelukkiger van worden? Hopeloos idealisme natuurlijk. De Italiaan heeft zich al neergelegd bij de chaos. En waar te beginnen? Want ook het vuilnis, de dictatuur van de auto, de perverse energieverspilling in de bouw en de zichtbare en algemene vervuiling van water en natuurgebieden geven geen hoop op een snelle kentering. Geen kantelpunt aan de Italiaanse horizon hier. Dat leert meer dan tweehonderd kilometer fietsen door dit Stalingrad van stedenbouw en toerisme. Dat maakt het ook zo erg: ook als fietstoerist draag je bij aan het instandhouden van dit langgerekte monster Adriatica. En nog erger: die arme Italianen zoeken hier massaal vertier, gevlucht uit hun oververhitte dorpen en steden. Mamma mia! Arme, gewone mensen.
Open Riool
En zo kwamen wij vanmiddag vies en moe aan in het vissersplaatsje Termoli, terwijl een hevig onweer de kust weer een beetje aan het schoonspoelen was. De prachtige burcht op het schiereilandje van Termoli schitterde tegen de donkere lucht . Wij sjokten wat in de regen en zien aan de noordkant het toeristenstrand, met lege stoeltjes in slagorde. Aan de zuidkant zien we het haventje. De zee heeft daar naar de horizon toe gek genoeg drie duidelijk afgebakende kleuren: vooraan grijsbruin, dan licht- en daarna donkerblauw. En maar één geur. Met dit open riool naar de zee hebben we de endeldarm nu ook echt gevonden.
P.S.: ’s avonds om 23.47 zitten we op onze kamer aan een levendig pleintje. Tot twee keer toe schudt de aarde. Het plein wordt stil. Mensen staan op. Even later neemt het leven weer zijn beloop. 4,8 op de schaal van Richter, met het epicentrum op 20 km van Termoli mag de feestvreugde niet verstoren.