Coming Home (Nordkapp – Malta)

Coming Home
Wat het Engelse team op het WK niet lukte – bringing soccer home – gaat ons ook niet lukken. Bringing our bicycles home. We buigen niet westwaarts naar Amsterdam. We zijn met onze PanzerFahrrädern (Marke ‘Schnell’) de grens van Denemarken naar Duitsland overgestoken en gaan immer geradeaus. Maar wat zie ik om mij heen? Hollands platteland met dito koeien! Hier kunnen we het vaderland ruiken. Ons hotel ligt zelfs in het ‘Holländische Städchen’ Friedrichstadt, een door een hertog Fred(erik) gepland stadje uit onze Gouden Eeuw. Het is een knus geheel met één en al geveltjes, grachtjes en gezellige, rechte straatjes. Maar als ik uit het raam kijk is het boven de marktplaats minde gemütlich: een hels kabaal en zwarte dans. Grote zwermen ruziënde kauwtjes en roeken, honderden tegelijk, vliegen als Messerschmitts over het plein. Vlakbij de grens…. Een omineus teken?

Grenzen
Door Jaap’s blessure rij ik vandaag alleen deze grensetappe. Grenzen zijn hardnekkige ruimtelijke fenomenen, grensstreken zijn fascinerend. Dat leerde ik al tijdens mijn studie. Een excursie in de Frans-Duitse grensstreek in de jaren tachtig. Over de culturele, geografische en economische gevolgen van grenzen in beweging. Ineens zag ik destijds de doodlopende wegen, de taalrariteiten, de lege grensruimte, de typische gebouwen en dorpjes, de militaire restanten, en vooral ook: de armoede van de uithoek. Zo ook hier in de Sleeswijk-Holstein, met kale dorpjes als Leck, Enge, Dörpum en Lutjenholm. Ik slinger over dooie wegen. Geen verkeer. Kan van links naar rechts over de weg slingeren. Nergens een café, een restaurant, of andere uitspanning. Verspreide huizen, groepen boerderijen en vooral, veel leegte. Ik kom één fietser tegen. Die zag eruit alsof hij niet wist dat Wereldoorlog II al was afgelopen.
Non place
De grensovergang bij Saed was ook al desolaat. Als ik daar over het bruggetje fiets zie ik…een slootje. Dat markeert de grens. Verder: twee slecht onderhouden gebouwtjes. Een vergeeld briefje. Het is een museum. Over die grens. Geen teken van leven. Gesloten. Er zijn wat loze parkeerplaatsen aan beide zijden, voor controles die niet meer plaatsvinden. Een non-place dus. Maar wel kleurige grensborden, met Europese sterren. Bij het bord Bundesrepublik Deutschland moet ik toch even een fotootje maken. Op de achtergrond iets wat de grens hier veel beter markeert dan het slootje. Wat de grens al van verre in Denemarken aankondigt: windmolens, héél veel windmolens. De giga-windmolenparken, die aan Duitse zijde zoveel mogelijk richting de grens lijken geschoven (later zie ik er ook veel verderop). Al fietsend realiseer ik me dat waar we vroeger kwaadwillend materieel neerzetten, een infrastructuur van wantrouwen en vijandigheid, we nu de grensgebieden gebruiken voor een infrastructuur van… ja, van wat eigenlijk. Niet van vertrouwen en vriendschap. Wel van nut en noodzaak.
Bundeswehr
En zo zie ik al fietsend in het Duitse land de fossiele restanten van oorlog. De verlaten hallen en schuren in gedekte kleuren. Ooit militaire gebouwen? Een ‘Bunkeranlage’ bij Bredstedt. En in de buurt van Leck en Enge: een heuse kazerne. Voor een vijand die noordelijk niet meer bestaat (wel oostelijk). In een haveloos, door mais- en graanvelden gedomineerd landschap, dat door die staat van verval prima oefenterrein blijkt. Overal zie ik bordjes met militaire instructies in cijfercode. Met mijn PanzerFahrrad rij ik voorbij het bordje ‘tankdivision’ alsof het een oefening is. Lekker hard doordenderen – want meewind en één keer geen bepakking –  en alert op onverhoedse bewegingen of vijandige voertuigen. Ik fiets langs een bos met witte bordjes waarop in kapitalen: “Militarisch Gesichert” of zoiets staat. Zozo. Een groen legervoertuig passeert mij. Even later gevolgd door een neutraal witte (!) auto van de Bundeswehr. Die rijdt even naast mij. De bestuurder en ik kijken elkaar aan. Hij onderzoekend, ik verbaasd. Even later – voor het verhaal zou het een minuut moeten zijn – besluit hij door te rijden. De fietser in blauw wielershirt, met zwarte broek en helm en dito sokken, met tasje voorop en apparatuur op het stuur gemonteerd, gemiddeld 30 km rijdend, is niet langer verdacht. Of was hij onder de indruk van fiets, stijl en snelheid? Ik zal het nooit weten ((-:.
De geïsoleerde eenheid van Panzerdivision Winter-Schörl had in ieder geval vrije doorgang! Naar Friedrichstadt, alwaar ik door bevriende troepen van de Winter-eenheid de ‘Holländerstadt’ word binnengehaald. Dat is toch een beetje thuiskomen. Zeker als je in hotel Klein Amsterdam logeert. Al moest het spektakel van roeken en kauwtjes nog komen…

Labels:, , ,