Bouwen aan geluk?

Denken we in de bouw te gemakkelijk over geluk?

U kent vast dat liedje en Tv-programma dat ‘toen was geluk nog heel gewoon’ heette. Maar zo gewoon is geluk niet.

Deze column van Fred Schoorl (BNA) verscheen op 27 maart in Cobouw.

Misschien daarom is het een populair begrip aan het worden. Bhutan probeert Bruto Nationaal Geluk in kaart te brengen. Terwijl ik dit schrijf is de International Day of Happiness net afgelopen en prijkt Nederland in het World Happiness Report 2017 op een mooie zesde plaats. Het SCP geeft wat zuinigjes aan dat in ons land ‘de condities gunstig zijn voor geluk’. Mensen, we zijn een gelukslaboratorium! Wat is de bijdrage van de bouwsector?

Iets subjectiefs
Het is moeilijk iets over geluk en de bouw te zeggen. Het is en blijft ‘iets subjectiefs’. Alweer jaren geleden kwam filosoof Alain de Botton met het boek Architectuur van het Geluk op de proppen. Een zoektocht naar hoe een mooie ruimte geluksgevoel kan geven. Hij benadrukte de noodzaak om de gedachte aan geluk van bewoners en gebruikers meer centraal te plaatsen. En was kritisch over de dominante eigen voorkeuren van architecten en de gemakzucht waarmee ontwikkelaars het verkoopargument als bewijs hanteren (‘het verkoopt toch?’).

Het gaat niet om geld alleen
Enige jaren geleden probeerde ik het begrip #gebouwdgeluk in de bouwketen te introduceren. De bouw moest die ambitie uitspreken: het gaat om de gelukkige burger, consument, gebruiker. Niet om geld en vierkante meters alleen. Dat was middenin de crisis. Het beeldmerk met bijbehorend programma is er nooit gekomen. Inmiddels is het toch zover dat de Dag van de Projectontwikkeling (DVDP) over ‘Ruimte maken voor het Nationaal Geluk’ gaat. Het gaat in het leven om datgene wat moeilijk te meten is.

Meer dan strategisch trucje
Ook doorgaans rationele bouwers snappen dat steeds beter. Goed dat Neprom-directeur Jan Fokkema dat omarmt. De visie van de Neprom met dezelfde titel wisselt geluk echter al snel in voor ‘de ruimtelijke opgave’ met herkenbare Neprom-standpunten over wonen, verdichting, flexibiliteit en wat dies meer zij. Niks mis mee, het is goed, maar te makkelijk als het werkelijk om geluk gaat. En dat geldt eigenlijk voor de hele bouw. Architecten, aannemers, bouwers, ontwikkelaars, installateurs, allen die in de keten werken. Als wij werkelijk geluk willen bij gebruikers van ruimte, #gebouwdgeluk, dan zullen we ons daarin écht meer moeten verdiepen. We moeten individuen en groepen willen begrijpen, dit verinnerlijken en dan concreet maken. Hoe lastig ook. Anders is het slechts communicatie, een strategisch ‘trucje’.

Hopen dat het goed komt
In het prachtige boekje Happiness Hypothesis maakt Jonathan Haidt gehakt van simpel geluk. Simpel gezegd: geluk vind of bereik je niet, je moet er de juiste condities voor creëren en dan hopen dat het goed komt. Eén voorwaarde: zorg dat de relaties goed en gezond zijn. Met elkaar en je klant. Geluk komt van ‘tussen’ jou en de dingen. Een mooi thema voor de Bouwagenda, lijkt mij. Kunnen we met innovaties in de bouw mensen gelukkiger maken? Zijn daar goeie voorbeelden van? Voor het individu én het collectief? De bouw zou daarmee in één klap een stuk ‘geloofwaardiger’ zijn. Geluk, makkelijker kunnen we het niet maken, wel beter. Door te verdiepen en betere relaties aan te gaan.

Want geluk is niet zo gewoon.

Tot DVDP.

Labels: