Avanti Educazione!

Rome

Afgelopen week zat ik in de Eeuwige Stad, tevens de gelegenheid voor een ééndaags symposium over ‘Education & Practice: The Future Architect’. In het Casa dell’Architettura bleek het geen sinecure om overeenstemming te krijgen tussen de deskundigen.

Traditie en vernieuwing streden als vanouds om het gelijk. Terwijl architectenbureaus zoeken naar nieuwe wegen en vooral acuut naar talent dat inzetbaar is, nu ‘de markt’ weer aantrekt. Wat wij op bureaus steeds vaker horen: er is een groeiende kloof tussen onderwijs en praktijk.

De plek Rome was voor dit debat op z’n minst ironisch. In vorige eeuwen was het een vaste bestemming in de Grand Tour van welgestelden en veel kunstenaars en architecten. Vrije ruimte voor de aanstormende elite: om kunst en wetenschap te leren kennen, kunst te beoefenen, of domweg de wilde haren te verliezen. Nu zaten wij keurig in het 19e-eeuwse Acquario di Roma dat recent is omgedoopt in Casa dell’Architettura. Een classicistisch, eclectisch bouwwerk, met charme, maar met klassiek ruimtes die om commerciële redenen zijn ‘ingericht’ met modern promotiemateriaal. Een kakafonie. Dat bleek omineus.

De opleiding

In die wat absurde omgeving werd één ding duidelijk: doorgaan met het architectuuronderwijs op de huidige voet heeft geen toekomst. Iedereen was het wel eens. De antwoorden op de vraag hoe het verder moet lagen echter mijlen ver uiteen. Van het nogal traditionele Franse antwoord – cultureel geïnspireerd, veel onderzoek doen – tot het sterk sociaal getinte Engelse RIBA-verhaal – onderwijs moet sociaal inclusief worden. Het was een ratjetoe aan opvattingen. Het leek Europa wel. De Italiaan Mateo Robiglio uit Turijn keek verder. Hij voorzag weliswaar sterk dalende studentenaantallen, en een verplaatsing van het economisch zwaartepunt wég van Europa, maar geloofde niettemin dat de nieuwe Grand Tour in Europa ligt bij opleidingen als ‘enabling platforms’. Geen specialismen, maar verbinden en samenwerken, interdisciplinariteit en ‘21st century skills’ zijn de toekomst. Niet de officiële diploma’s maar de aantrekkelijkheid en reputatie van opleidingen biedt Europa nieuwe kansen. De voorzitter van de Architectural Council of Europe bleef hoopvol. Alleen al omdat alle sprekers gedreven leken door het humanistische karakter van architectuur.

Ook in Nederland is er een verscheidenheid aan opvattingen over onderwijs en de noodzaak om de kloof tussen opleiding en praktijk te dichten. Me dunkt dat de door de BNA ontwikkelde toekomstscenario’s hiervoor van betekenis zijn. Die gáán over de ‘future architect’. En de noodzaak met elkaar zowel opleiding als bedrijfscultuur te veranderen, ook voor de kleine bureaus. Ik vertelde er iets over en kreeg veel reacties naderhand.

De toekomst en de architect

Het zou ideaal zijn als wij met onze scenario’s niet alleen architectenbureaus kunnen inspireren na te denken over hun toekomst en zich bewust te worden van ingrijpende technologische veranderingen en wat dat betekent voor hoe we werken, samenwerken. Ook het onderwijs kan er zijn voordeel mee doen, wil het studenten een toekomst bieden. Daar gaan we als BNA werk van maken: in contact met Academies van Bouwkunst en Universiteiten. Want in de nieuwe ‘hypercology’ van onderwijsinstellingen, start-ups, scale-ups en andere bedrijven of bedrijfjes zal de toekomstige architect (of hoe dat dan ook heet) kunnen opgroeien en bloeien. Ook Rome werd niet in één dag gebouwd.

Labels: