Artikel TROUW: Andere aanpak bevingsgebied Groningen
Met Nathalie de Vries (vz) publiceerde ik in Trouw van zaterdag 21 oktober namens de BNA het onderstaande artikel. De kop van Trouw luidt AARDBEVINGSGEBIED LIJDT DOOR AANPAK BEVINGSGEBIED’. Met als bijschrift: “Geschrokken van het oplapwerk en misstanden pleiten Fred Schoorl en Nathalie de Vries voor een kwaliteitsplan voor de hele regio’.
Het regeerakkoord heeft ‘Vertrouwen in de toekomst’ als motto. Maar de aanpak van de aardbevingsschade en versterking van huizen in Groningen voedt nu juist het wantrouwen bij bewoners.
Het epicentrum van de aardbevingen ligt in één van de oudste cultuurlandschappen van Nederland. Zo’n 99 procent van de monumenten in dit gebied is beschadigd, grote herstel- en vervangingsopgaven zijn noodzakelijk en – wat het er niet makkelijker op maakt – een groot deel van de getroffen panden is particulier eigendom.
Tijdens onze rondgang in het gebied ontvingen wij onheilspellende berichten over de belabberde kwaliteit van de ingrepen. Er is sprake van oplapwerk in plaats van wederopbouw. Dorpsgezichten worden onherstelbaar aangetast. Zo wordt het voorhuis van een monumentale boerderij gesloopt en vervangen door een ‘catalogus-woning’.
De zogeheten verbeteroperaties leiden tot huizen die eruit zien als ‘een kruising tussen playmobil en tupperware bakjes’ volgens de stadsbouwmeester van Groningen. Identieke woningen zijn op verschillende, soms buitenproportionele manieren versterkt, met slechte woonkwaliteit als gevolg. Een kleinere woonkamer, een lager plafond en geen duurzaamheidsmaatregelen. En het plan is alle te versterken scholen door één prototype te vervangen. Alles duidt erop: er is wel een (standaard)aanpak, maar geen plan en gevoel voor identiteit en kwaliteit. Sommige bouwkundige oplossingen voldoen zelfs niet of nauwelijks aan het huidige Bouwbesluit. Hoezo veiligheid?
Kluitjesvoetbal
Ook mankeert het aan een goede strategie om de megaklus te klaren. Er zijn enorm veel belangen in het spel en (te) veel partijen spelen ‘kluitjesvoetbal’. Iedereen wil aan de bal, sommigen om te versnellen, anderen juist om te vertragen. Een groot deel van het veld is onbenut, terwijl er een maatschappelijke opgave van formaat op tafel ligt.
Er ontbreekt vooral een nieuw regionaal perspectief op kwaliteit van leven. Of, zoals een bewonersvertegenwoordiger ons zei: ‘het zijn niet eens de scheuren, maar het gebrek aan invloed en toekomst waar wij Groningers gefrustreerd van raken’. Daarom pleiten wij voor een ander integraal en ‘inclusief’ plan voor de regio dat veiligheid paart aan kwaliteit. Leefbaarheid moet centraal staan, niet een technocratische aanpak van gebouwen, met onvoldoende oog voor bewoners en leefomgeving. Juist zaken als de gevolgen van krimp, energietransitie en zorg kunnen in één beweging worden meegenomen. ‘Den Haag’ zou de kaders kunnen aangeven en de regio het vertrouwen moeten geven om – met extra fondsen – hier iets op te bouwen, in plaats van ad-hoc wat op te lappen.
Zulk maatwerk leverde al het internationaal geprezen Ruimte voor de Rivier op. In het rivierengebied lukte het – na aanvankelijk wantrouwen en eenzijdige focus op veiligheid – het steven te wenden met een aanpak die zowel een acuut veiligheidsprobleem oploste als de landschappelijke kwaliteit en leefbaarheid verbeterde. De sleutel zat onder meer in een goed luisterend programmateam, dat werkte met lokale projectgroepen met bewoners, eigenaren en anderen. Het zorgde voor veel lokale steun. Dit soort aanpak inspireert en kan concreet perspectief bieden.
Een overzichtelijk plan opgedeeld in verschillende fases voor de hele regio kan de invloed van onderop, vanuit de bewoners, weer stimuleren. Door hen te betrekken kunnen we duurzame oplossingen ontwikkelen die voorbij de scheur in de woning gaan. Het gaat om mensen die in Groningen een toekomst willen hebben, zowel sociaal, fysiek als economisch. Dat is een breder speelveld dan de schaal van Richter aangeeft.
Ook ontwerpers kunnen en willen aan een leefbaar en duurzaam Groningen bijdragen. Tal van architectenbureaus hebben maatwerkoplossingen en kennis van de regio. En zou een ‘Aardbevingsbouwmeester’ of speciaal kwaliteitsteam kunnen meedenken? We kunnen veel leren van enkele succesvolle kleinschalige projecten. Dorpsbewoners zijn al zelf bezig met visies. Die energie ligt voor het oppakken. Betrek hen en zorg voor een goed proces en ontwerp. Dat kan nog iets moois opleveren dat zelfs de politiek zal raken: vertrouwen. Dat is er niet vanzelf, daar moet je aan bouwen.
Labels:Aardbevingen, Architectuur, Groningen